Blog Post

Passend onderwijs

  • door Mariëlle Brink
  • 25 aug, 2018

Als moeder van twee kinderen, die buiten de lijntjes kleuren, was ik eerst voorstander van ‘passend onderwijs’. Immers, het zou betekenen, dat kinderen naar een reguliere school gaan en daar onderwijs aangeboden krijgen, dat past bij het kind.

In het kader van de inclusieve samenleving, zouden daarmee de kinderen een ‘reguliere’ kans krijgen en niet meer speciaal onderwijs hoeven te volgen. Alleen voor de ‘echte’ zorgkinderen, zou speciaal onderwijs nodig blijven. Dat het een ordinaire bezuinigingsmaatregel was, kwam meteen in mijn gedachten op, maar hé! We doen niet moeilijk als het verhaal erbij zo mooi is. Inclusie, geen etiketten meer…

In de uitvoering ging het mis

De media staan vol van verontruste leerkrachten en ouders, die oververmoeid zijn geraakt van het passend onderwijs; leerkrachten, omdat zij door al die kinderen met een etiket ‘adhd’, ‘autisme’, ‘HB’ of ‘dyslexie’ niet meer toekomen aan het geven van aandacht aan kinderen die wel regulier meekomen. En ouders, omdat zij ervaren, dat hun kind niet de aandacht krijgt die het verdient.

De recente lerarenstakingen in het primair onderwijs, getuigen van de urgentie die zij voelen om problemen aan te pakken. Een hoger salaris, zou het vak weer aantrekkelijk maken en door méér leerkrachten, zou het probleem van de werkdruk opgelost worden. Ik gun leerkrachten een goed salaris en minder werkdruk. Maar zijn dat wel de werkelijke problemen? Of is er iets anders aan de hand?

De opgelegde norm als maatstaf

Bekijk het eens vanuit de opgelegde normen. Er is leerplicht, waardoor verplichte winkelnering ontstaat. Je kind moet hoe dan ook naar school, anders krijg je het aan de stok met de leerplichtambtenaar. Een andere norm is die van het gemiddelde. Dat begint al als je met 15 maanden nog steeds kruipt en geen moeite doet om te lopen. Consultatiebureaus organiseren fysiotherapie voor je jonge dreumes en verdienen daar hun brood mee. Of wat als je kind pas wat woorden uitstoot als de gemiddelde leeftijd daarvoor al lang verstreken is? Ook dan worden hulptroepen ingeroepen. En dat allemaal, omdat het gemiddelde laat zien dat net dat ene kind ervan afwijkt. En dat mag niet, want er is een heel systeem opgetuigd om iedereen te laten voldoen aan de norm. Er zit werkgelegenheid in de norm, waarmee je kind een economisch belang dient.

De rest van je jeugd, gaat het precies zo volgens de lijntjes van de norm. Als je op je achtste de tafels niet beheerst, haal je de kerndoelen van groep vijf niet. En als je daarbij ook nog eens moeite hebt met begrijpend lezen, omdat het je interesse (nog) niet heeft, komt de intern begeleider in beeld. En stel, dat je nu ook nog eens ADHD hebt en gewoon een kortere focus op de woordenstroom van je leerkracht? Dan volgt een ‘zorgplan’ om je kind weer in de norm te drukken. En vanaf dat moment is je kind opnieuw de inzet van een economisch systeem van etiketjes en rugzakjes - en dus subsidie - , waardoor het kind zélf niet voldoende wordt gezien.

Passen door af te wijken

Maar keer het eens om! Stel, dat je de consultatiebureaus negeert. Heb je ooit een kind kruipend op zijn vierde jaar de basisschool in zien komen als het kind niet fysiek gehandicapt is? Nee toch? Ieder kind gaat lopen vroeg of later. Heb je ooit een kind, dat naar een reguliere school gaat, slechts wat klanken horen uitstoten op zijn vierde jaar? Nee toch? Ze zijn allemaal gaan praten, het ene kind iets meer verstaanbaar dan het ander, maar ze práten!

Als we dit nu eens doortrekken naar het hele principe van passend onderwijs… Als je buiten de lijntjes kleurt in het onderwijs, moet passend onderwijs ervoor zorgen dat je er weer binnen valt. Maar wat als passend onderwijs nu eens gaat betekenen, dat er passend onderwijs is voor ieder kind zónder de norm te hanteren? Dan zie je kinderen die moeite hebben met rekenen wel de mooiste tekeningen maken of de mooiste verhalen opschrijven. Dan zie je kinderen kritische vragen stellen over nut en noodzaak van topografie nu GPS dat oplost. En je ziet ruimte ontstaan om anders te toetsen; niet op de gemiddelde norm, maar op de ontwikkelingscurve en talentontwikkeling van een individueel kind. En ja, dan heb je heel veel variëteit nodig in je onderwijsaanbod en heel veel expertise onder leerkrachten. Maar dat maakt het onderwijs toch juist weer aantrekkelijk voor nieuwe instromers?

En dat mag wat mij betreft dan heel goed betaald zijn voor de leerkrachten. Maar laat passend onderwijs eerst maar eens afwijken van de norm! Zodat het ieder kind past.


Share by: